Telgter
Spreng
Even
voorstellen
Nieuws
Onze
honden
Fokken
Gezondheid
Pups
Foto's
Rasstandaard
Tollertips
Contact
Gastenboek

| |
Ziekte van Addison
bron:
http://www.paltrok.nl/veelbesprokenonderwerpen/hond/addison/index.php
lees ook:
Het verhaal van Pasta
De ziekte van
Addison is bij de hond al lang bekend. Je hoort er maar weinig over en dat is
jammer. Er zijn twee redenen, waarom deze ziekte meer aandacht verdient zowel
bij hondenbezitters als bij dierenartsen. Ten eerste lijken de verschijnselen
nogal eens op andere ziekten, zoals maag- en darmziekten en nierfalen. De kans
is dan ook groot dat de diagnose wordt gemist, als je niet nadrukkelijk
stilstaat bij de mogelijkheid van Addison. Ten tweede zijn er duidelijke
aanwijzingen, dat de ziekte erfelijk kan zijn en dat is voor een ziekte, die op
zichzelf al lastig te herkennen is, extra vervelend. Omgekeerd moeten we ook
waken voor overbezorgdheid. Problemen kunnen gaan rondzingen en zichzelf
versterken, zonder dat daar een goede reden voor is. Iedereen kent de zogenaamde
overgevoeligheden van vele rassen voor bepaalde narcosemiddelen of medicijnen.
Soms is zo’n verhaal terecht, zoals de overgevoeligheid van Schotse herders voor
ivermectine, veel vaker blijkt er sprake te zijn van een incident, waaraan
verkeerde conclusies worden verbonden.
De ziekte van Addison treedt op, als de bijnierschors onvoldoende werkt.
Aantasting van de bijnierschors wordt, naar men nu aanneemt, meestal veroorzaakt
door het afweersysteem van het eigen lichaam. Andere oorzaken laten we in dit
kader buiten beschouwing. De bijnieren zijn, zoals de naam al zegt, orgaantjes
in de buurt van de nieren. De buitenrand heet de bijnierschors of cortex en de
hormonen, die hierin worden geproduceerd heten bijnierschorshormonen of
corticosteroïden. Deze hormonen zijn nodig om het lichaam goed te laten
functioneren bij inspanning en stress. Er zijn binnen de bijnierschorshormonen
twee groepen te onderscheiden. De glucocorticoïden, waarvan cortisol de
belangrijkste is, beïnvloeden de stofwisseling in alle weefsels, spelen een rol
bij handhaving van de bloeddruk en bestrijden de gevolgen van stress, o.a. door
verhoging van de bloedsuikerspiegel. Te weinig cortisol bij stress kan dus o.a.
leiden tot bloedsuikerdaling en een te lage bloeddruk. De mineralocorticoïden,
waaronder aldosteron, zijn belangrijk voor de juiste concentraties in het bloed
van de mineralen natrium, kalium en chloor. Te weinig aldosteron heeft natrium-
en dus ook waterverlies via de nieren tot gevolg. Als reactie daarop stijgt het
kaliumgehalte. Een te hoog kaliumgehalte heeft een negatief effect op de
hartfunctie. Het adrenocorticotroof hormoon (ACTH), stuurt vanuit de hypofyse de
productie van bijnierschorshormonen aan. De afgifte van ACTH wordt beïnvloed
door de concentratie bijnierschorshormonen in het bloed (feed-backsysteem) en
door invloeden van buitenaf, zoals stress.
Het ziekteverloop kan variëren van dramatisch tot zeer mild en van acuut tot
chronisch. Vaak gaan de klachten ook op en neer. De verschijnselen zijn niet
specifiek en passen bij andere, vaker voorkomende ziekten. Klachten kunnen zijn:
slechte eetlust, gewichtsverlies, sufheid, braken en diarree al dan niet met
bloed erbij, spierzwakte, spiertrillingen, soms veel plassen. Door vochtverlies,
bloeddrukdaling en verminderde hartfunctie ligt shock op de loer. Opvallend is
vaak de langzame en soms onregelmatige hartslag. Ook kan opvallen, dat klachten
vooral bij stresssituaties optreden. Bloedonderzoek (o.a. een te hoog
kaliumgehalte) en elektrocardiografie kunnen de aanwijzingen voor Addison
versterken. De definitieve diagnose wordt gesteld na de ACTH-stimulatietest:
toediening van ACTH per injectie leidt bij Addison niet tot een duidelijke
verhoging van de cortisolspiegel in het bloed.
Bij een acute crisis moet de shock worden bestreden en is een infuus
rechtstreeks in de bloedbaan essentieel. Daarnaast moeten corticosteroïden
worden gegeven en zo nodig andere ondersteunende medicijnen. Als de diagnose
vast staat is levenslange behandeling meestal nodig met corticosteroïden en
extra keukenzout om het natriumverlies te compenseren. Geregeld lichamelijk
onderzoek en bloedonderzoek zijn belangrijk.
De ziekte van Addison kan in principe bij elk ras en op elke leeftijd voorkomen.
Toch zien we dat de ziekte vaker optreedt bij jongere dan bij oudere dieren.
Over verschil tussen reuen en teven zijn de onderzoekresultaten tegenstrijdig.
Het ene onderzoek meldt dat het vaker bij teven voorkomt dan bij reuen, het
andere onderzoek concludeert dat er geen verschil is. De ziekte zou bij 1 op de
1000 honden voorkomen. Bij een aantal rassen wordt Addison vaker vastgesteld:
Bearded collies, middenslag Poedels, Leonbergers, Nova Scotia duck tolling
retrievers, West Highland White terriërs, Portugese waterhonden, Hollandse
herders, Airdale terriërs, Duitse herders, Duitse staanden, Duitse doggen, St.
Bernards, Engelse Springers en Soft coated wheaten terriërs worden in dit
verband soms of vaak genoemd. Het staat wel vast dat erfelijkheid een rol speelt.
De wijze van overerving is niet altijd duidelijk. Bij de Bearded collie vermoedt
men een autosomale recessieve overerving. In dat geval zijn er dus dragers, die
zelf niet ziek zijn, maar wel de ziekte kunnen overbrengen.
Wat moet je als hondeneigenaar nu met dit verhaal? Als klachten, die in eerste
instantie beschouwd worden als een maagdarmontsteking of een urinewegprobleem,
niet herstellen of geregeld terugkeren, is het nuttig de mogelijkheid van
Addison in overweging te nemen, zeker als het een reactie lijkt te zijn op
lichamelijke of geestelijke inspanning of stress. Daarnaast is het natuurlijk
aan te raden om dieren, waarbij Addison is vastgesteld na een ACTH-stimulatietest
uit te sluiten van de fokkerij. Verder ligt er een taak voor rasverenigingen om
gegevens over het voorkomen binnen een ras te inventariseren. Dat laatste kan
nog een lastige klus zijn. We kunnen er, zoals eerder aangegeven, gerust van uit
gaan, dat de ziekte veel vaker voorkomt, dan wordt vastgesteld. Daarnaast is
natuurlijk een algemeen probleem bij erfelijke ziekten, dat fokkers hierover
niet altijd open kaart spelen. Er zijn in Amerika op dit moment onderzoeken
gaande, die moeten leiden tot een dna-test voor Bearded collies en middenslag
Poedels. Op die manier zouden dragers kunnen worden opgespoord. Het zal echter
nog wel een aantal jaren duren voordat deze test in de praktijk zal worden
gebracht.
|