v.Telgter Spreng Tollers               

      Nova Scotia Duck Tolling Retrievers

 

  

Telgter Spreng 

  

Even  voorstellen

Nieuws

Onze honden

Fokken

Gezondheid

Pups

Foto's

Rasstandaard

Tollertips

Contact 

Gastenboek  

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat u moet weten over Aseptische Meningitis.

 

Doorgaans is de Toller een sterk gezond ras. Dit artikel is bedoeld om  (a.s.)eigenaren  goede info over een ziekte te geven, waarvan bekend is dat deze binnen het ras voorkomt. Het aantal ziektegevallen per jaar is niet precies bekend.. Feit is wel dat met de toenemende Toller-populatie in Nederland, het aantal SRMA-gevallen mee stijgt.

 

Wat is Aseptische Meningitis

 

Aseptische meningitis is een ziekte die bij o.a. de Berner Sennenhond, Beagle, Boxer en ook de Nova Scotia Duck Tolling Retriever vaker voorkomt dan bij andere rassen. Voor deze ziekte worden de afkortingen AM of SRMA( Steroïd Responsive Meningitis Arteriitis) gebruikt. In dit artikel zullen beide afkortingen door elkaar heen worden gebruikt.

Zoals de naam al aangeeft, is het geen “gewone” hersenvliesontsteking, maar valt deze aandoening onder de auto-immuunziekten. Bij een auto-immuunziekte reageert het afweersysteem van het lichaam op gezonde lichaamscellen ; “het slaat op hol”. In het geval van AM reageert het afweersysteem dan tegen de hersenvliezen, waardoor die geprikkeld worden en ontstekingsverschijnselen ontstaan. Deze ziekte is niet besmettelijk voor andere honden of mensen.

Verschijnselen

AM komt met name voor bij jong volwassen honden (leeftijd ±8 mnd - 2 jaar). De hond wordt vrij acuut ziek. Hij heeft hoge koorts(normale temp. hond is ± 38,5°), heeft duidelijk pijn in de nek en rug, is nekstijf, staat met gebogen rug, is overgevoelig voor aanrakingen, lijkt te lopen op eieren en heeft gebrek aan eetlust, ook doordat hij de kop niet kan buigen naar de etensbak. De hond maakt overduidelijk een erg ongelukkige indruk

  

 foto´s van een Toller met SRMA aanval ( met dank aan Kerstin Lerch)

 

Behandeling

Heeft de hond een aantal van deze symptomen, neem dan direct contact op met de dierenarts. Geef daarbij ook aan dat de Toller een ras is dat gevoelig is voor SRMA. Nog niet alle dierenartsen zijn van dit feit op de hoogte. Omdat het hier niet gaat om een “gewone” ontsteking, zal een behandeling met antibiotica niet helpen.  De dierenarts zal bloed afnemen en mogelijk ook een ruggenprik doen, om ruggenmergvloeistof af te nemen voor onderzoek. De enige goede behandeling in dit acute stadium is het toedienen van hoge doseringen prednison, dit is een ontstekingsremmer. De hond zal dit medicijn geruime tijd moeten gebruiken en langzaam afbouwen. Deskundige homeopatische behandeling kan ondersteunend werken.

Bijverschijnselen van de prednison zijn grote eetlust,veel drinken en dus ook vaak/veel plassen. De meeste honden met AM reageren snel op de behandeling met prednison. Als de behandeling tijdig wordt gestart heeft de hond een goede kans geheel te herstellen. Een aantal honden met SRMA krijgen één of meerdere keren een terugval, waarna de behandeling  met prednison herstart moet worden of tijdelijk opgehoogd. Na de leeftijd van 2 jaar wordt zelden een terugval meer gezien.

 

Oorzaak

De oorzaak van AM of SRMA is niet bekend. Er wordt gedacht aan erfelijke factoren, omdat het in bepaalde lijnen meer voor lijkt te komen. Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijke erfelijkheid en hoe het in dat geval vererfd. De ziekte komt niet vaker voor bij reuen of teven.

Er is voor het krijgen van een aanval van AM een duwtje, oftewel een trigger, nodig. Dit kan gaan om b.v. vaccinatie, infectie, loopsheid, stress, tekenbeet, etc. Omdat die trigger noodzakelijk is voor het krijgen van SRMA, kan het zijn dat maar 1 hond uit een nest de ziekte ontwikkelt, soms meerdere, maar ook kan het zijn dat niet één hond uit een nest de ziekte krijgt, terwijl daar wel alle erfelijke factoren voor aanwezig zijn.

Vanwege deze vermoedelijke erfelijkheid en triggergevoeligheid mag er met een lijder aan deze ziekte niet gefokt worden. Over het inzetten van nestgenoten voor de fokkerij, verschillen de meningen. Als er met nestgenoten wordt gefokt, zal er zeer zorgvuldig gezocht moeten worden naar een partner.

Niet één fokker kan garanderen dat hij/zij nooit een hond zal fokken met een auto-immuunziekte. Door onderzoek naar deze aandoening,meer kennis, goede verslaggeving en zorgvuldige ouder-combinaties kunnen deze ziekten in de toekomst hopelijk tot een minimum worden beperkt.

Meld auto-immuunziekten van de hond altijd bij de fokker.

  

copyright: M.C.Wentink-Keemink